Met de Kop van Oost spiegelt Groningen zich aan steden als Londen, Hamburg, Amsterdam en natuurlijk Rotterdam met de bekende Kop van Zuid.

Groningen sluit met de Kop van Oost aan bij een trend die is ingezet in andere voormalige havengebieden met ee rijke industriële traditie: de dokken van Londen, Hamburg, Liverpool, IJburg in Amsterdam natuurlijk en last but not least de plek waar de Kop van Oost z'n naam aan ontleend heeft: de Kop van Zuid in Rotterdam. Stuk voor stuk voorbeelden van bedrijvige gebieden die een nieuwe bestemming als centraal gelegen, levendige stadswijk hebben gekregen.

(tekst gaat verder onder afbeelding)



Ook de Kop van Oost wordt omgevormd tot een woongebied dat juist de moderne stedeling, die cultuur en een bruisend stadsleven verkiest boven het platteland, zal aanspreken. Dat blijkt niet alleen uit de historische, industriële dynamiek van het gebied, maar ook uit de ligging op loopafstand van de Grote Markt, vlakbij een aantal belangrijke uitvalswegen en parallel aan het Eemskanaal. En laten we de woningen zelf niet vergeten: eigentijds, uitdagend van vorm en van alle gemakken voorzien. De moderne stadsbewoner zal zich er meteen thuis voelen.

Wat de Kop van Oost ook uniek maakt is Wenswonen; een vernieuwend concept waarin de persoonlijke wensen van de bewoners centraal staan. Al eerder toegepast bij grondgebonden woningen, worden op de Kop van Oost de eerste appartementen volgens het Wenswonen-concept gebouwd.

Historie

De Kop van Oost ligt aan het begin van de Eemskanaalzone die zich vanaf 1876 ontwikkelde tot een industrie- en havengebied van groot belang voor de stad Groningen.

In 1870 werd na zo'n vier jaar voorbereiding (o.a. aanleg van een schutsluis in Delfzijl) begonnen met het uitgraven van het Eemskanaal. Het kanaal moest in meerdere behoeften voorzien. Noordoost-Drenthe en de Veenkoloniën hadden een betere waterafvoer nodig, en omdat het Reitdiep steeds minder geschikt werd voor de zeevaart, hoopte de stad Groningen dankzij het nieuwe kanaal toch een zeehaven te kunnen blijven.

In 1876 bereikte het eerste zeeschip via het Eemskanaal de Oosterhaven, die met de nieuwe zeeverbinding een belangrijke doorvoerfunctie had gekregen. Langs de kaden werden grote pakhuizen gebouwd, waarvan er nog een aantal bewaard zijn gebleven.

Het Eemskanaal was door verzakkingen en afschuivingen breder en dieper geworden dan aanvankelijk gepland. Toch werd het in 1963 nogmaals verbreed. Met een breder kanaal konden de scheepswerven langs het Winschoterdiep grotere schepen bouwen en bleef de stad bereikbaar voor zeeschepen.

De Oosterhaven werd steeds minder gebruikt: de nieuwe havens aan het Winschoterdiep en de kades langs het Eemskanaal namen haar functies over. Maar ook toen de Oosterhaven nog in volle bloei was, legden veel schepen nog vóór de haven, langs het kanaal, aan.

De zone tussen Eemskanaal en Damsterdiep kwam zodoende al vroeg tot ontwikkeling. Vanaf eind negentiende eeuw werden er allerlei fabrieken en houthandels gevestigd, die bevoorraad moesten worden of hun handelswaar juist kwijt wilden. De kaden langs het Eemskanaal boden goede laad- en losplaatsen aan de voordeur.

In 1918 werd de houthandel W. Kunst opgericht en werden de eerste loodsen gebouwd aan de zuidzijde van het Eemskanaal. Het bedrijf werd groter en groter, nam andere houthandels over, werd zelf overgenomen en verhuisde in 2003, nu met de naam Kunst Oberman, grotendeels naar Heerenveen.

Kort daarna werden de enorme houten loodsen gesloopt en kwam er een unieke bouwlocatie met een rijk verleden vrij, de Kop van Oost.